We spreken met Liesbeth De Henauw, zaakvoerder van het architectenkantoor LINE architecten. In 2004 ging zij als jonge architect aan de slag bij de dienst Gebouwen van de provincie Oost-Vlaanderen. Haar eerste architectuurproject ooit vormde meteen een uitdaging van formaat: het ontwerp van vijf toegankelijke vakantiewoningen op een perceel dat kampt met een ernstige waterproblematiek.
Het project betrof de bouw van vijf bungalows op het provinciaal domein De Gavers in Geraardsbergen. Dit domein ligt tussen de schilderachtige hellingen van de Vlaamse Ardennen en de Dendervallei. Het is een recreatief gebied dat vooral in de vakanties veel gezinnen aantrekt om er te genieten van het groen, de rust en het leven rond de 20 hectare grote plas. In een rustig deel van het domein, aan de oevers van enkele kleine vijvers stonden toen 5 verouderde houten chalets die doorheen het jaar verhuurd worden als vakantieverblijf. Het was de ambitie van de provincie om de capaciteit van de vakantiewoningen uit te breiden met vijf nieuwe, rolstoeltoegankelijke bungalows. Men vond het daarbij belangrijk om het hoofd te bieden aan de heersende waterproblematiek en op zoek te gaan naar een duurzame invulling van het project.
Kan u wat meer vertellen over de waterproblematiek van het terrein?
“Ik ben van de streek en kende het terrein heel goed. Het gebied heeft regelmatig te kampen met overstromingen van de Dender. Elke keer de rivier uit haar oevers treedt, staat het terrein blank. Doorheen de jaren zijn het terrein en de houten chalets al verschillende malen overstroomd, telkens met (aanzienlijke) schade tot gevolg. De chalets zijn immers in hoofdzaak opgebouwd uit niet-waterbestendige materialen zoals hout en gyproc en werden indertijd niet aangepast (overstromingsveilig) gebouwd. Na elke overstroming gaat men curatief te werk: de onderste vijftig centimeter van de gyproc wordt weggesneden, waarna een nieuwe strook wordt geplaatst. Ook de binnendeuren en de keukenplinten worden telkens vervangen. Na elke overstroming wordt men dus geconfronteerd met kosten om de schade te herstellen.”
Hoe heeft u het project aangepakt?
“Ik ging eind 2004 met het project aan de slag. Het was mijn eerste ‘echte’ project als architect. En het betekende meteen een mooie uitdaging want in 2004 leefde de waterproblematiek nog niet zo sterk in Vlaanderen. Er waren toen ook nog geen instanties waar je kon aankloppen voor meer informatie over overstromingsveilig bouwen. Hierdoor hebben we zelf een intensief vooronderzoek opgezet. Hierbij werkten we heel nauw samen met de medewerkers van het domein De Gavers. Zij kenden het gebied door en door en bezorgden ons waardevolle informatie. Zo konden ze goed inschatten wanneer de Dender zijn kritieke waterniveau bereikt en aangeven welke zones van het domein het eerst overstromen, welke zones het eerst leegtrekken na een overstroming enz.”
“We waren er ons van bewust dat we in het ontwerp een oplossing moesten bedenken voor deze waterproblematiek, maar we wisten toen nog niet precies hoe of wat. Er werden toen ook nog geen maatregelen opgelegd vanuit de wetgeving rond water. We hebben vooral vertrouwd op ons gezond verstand en beslist om verhoogd te bouwen. We wisten dat het niveau van het maaiveld op 15m TAW lag en het hoogste overstromingsniveau in 2006 15m35 TAW was. We hebben toen beslist om daar 45 centimeter bij te doen en het afgewerkt vloerpeil op 15m80 TAW te voorzien.”
“Hoewel er geen voorbespreking met de vergunningverlenende overheid had plaatsgevonden, hebben we de stedenbouwkundige vergunning vlot bekomen. We hadden een beschrijvende nota opgemaakt en bij de vergunningsaanvraag toegevoegd. In de nota werd duidelijk aangegeven wat de waterproblematiek inhield en welke maatregelen er zouden genomen worden. Ook de ambities van de provincie met betrekking tot toegankelijkheid werden in de nota toegelicht. Drie à vier maanden later hadden we de vergunning in handen.”
Hoe heeft u het project ontwerpmatig opgevat?
“De bungalows werden in twee rijen ten opzichte van elkaar geschrankt, waardoor elke bungalow kan genieten van een mooi zicht op de vijvers. Bij de opmaak van het inplantingsplan hebben we een langetermijnvisie gehanteerd. We gingen ervan uit dat de bestaande houten chalets vroeg of laat vervangen zouden worden door nieuwe en hebben daar rekening mee gehouden bij het bepalen van de doorzichten.”
“De dak- en gevelvlakken van de bungalows kregen eenzelfde afwerking in sandwichpanelen. Hierdoor lijken ze op te gaan in hun natuurlijke context. Aanvankelijk hadden we een afwerking in zink voorzien, maar dat is uit budgettaire overwegingen niet weerhouden. Vanuit de omgeving wordt de vakantiewoningen ervaren als vijf lichte monolithische volumes die boven de vijvers lijken uit te zweven.”
Hoe is het project opgebouwd?
“De vakantiewoningen werden gefundeerd op een paalfundering. Uit het bodemonderzoek bleek immers dat de grond slecht dragend was. De bovenzijde van de paalkoppen ligt gelijk met het niveau van het maaiveld. Per gebouw werden er acht palen voorzien, waarop telkens vier funderingsbalken werden gemonteerd. Omwille van de snelheid en eenvoud van uitvoering werden deze laatste uitgevoerd in prefab-elementen. De vloerplaat uit prefab-predallen rust op de funderingsbalken. De verdere structuur is uitgevoerd in staalskelet.”
Hoe zit het rioleringsplan ineen?
“Alle leidingen (toe- en afvoerleidingen) werden geïsoleerd. Ze lopen langs de funderingsbalken omhoog en verlopen vervolgens onder de vloerplaat. De afvoerleidingen van het DWA-tracé zijn aangesloten op de bestaande riolering van het domein. Voor de RWA leidingen hebben we een aparte oplossing uitgewerkt. Parallel aan het dossier voor de bouw van de vijf bungalows, liep er ook een dossier om de vijvers te verlengen. Men voorzag daartoe een buffervolume van 500m³ te realiseren in de vorm van een vijver. Dat was voor ons een meevaller om twee redenen. De bungalows kwamen vlak aan de rand van de vijver te staan, hetgeen het esthetisch beeld dat we voor ogen hadden versterkte. Bovendien konden we alle afvoerleidingen van het RWA-tracé naar het buffervolume laten verlopen. We waren toen niet verplicht om een buffer- of infiltratievoorziening te plaatsen. De provincie vond het echter belangrijk om een taak als voorloper op zich te nemen en zo het voorbeeld te stellen.”
Toegankelijkheid vormde een belangrijke voorwaarde in het project. Hoe hebben jullie daar invulling aan gegeven?
“Eén van de vijf bungalows is ontworpen als een toegankelijke vakantiewoning voor andersvaliden. De vier andere bungalows zijn met een rolstoel te bezoeken. Ook het knuppelpad dat de vakantiewoningen onderling verbindt en ontsluit, voldoet aan alle toegankelijkheidsnormen. Een knuppelpad is een pad dat opgebouwd wordt uit houten palen die in de grond geklopt worden en waaraan normaliter houten balken gesjord worden. De bevestiging van de houten balken hebben we evenwel iets professioneler aangepakt. Het project is dus een volledig aangepast ontwerp geworden (o.a. naar draaicirkels e.d.).”
Hoe is de uitvoering verlopen?
“De uitvoeringswerken zijn gestart in juli 2007 en werden in juni 2008 opgeleverd. De werf heeft dus elf maanden geduurd en is quasi probleemloos verlopen. Enkel de start verliep enigszins moeizaam doordat we geconfronteerd werden met felle regenbuien. Maar eens er een weg in gebroken puin werd aangelegd, kon men in één keer doorwerken. De werken voor de aanleg van de nieuwe buffervijver zijn pas gestart na de oplevering van de vakantiewoningen. De aannemer had dus ‘vrij spel’ om te bouwen.”
Ervaren jullie een meerkost door waterrobuust bouwen?
“De meerkost ligt in principe in alles wat nodig is om een verhoogd vloerpeil te bekomen. In dit project zitten de extra kosten dus vooral in de funderingsbalken. Daarnaast zijn er de terugslagkleppen op de rioleringsbuizen die voorzien worden om terugslag van water te voorkomen. De meerkosten werden echter zeer snel terugverdiend, doordat bijkomende kosten voor herstellingswerken na de eerste overstromingen vermeden werden.”
Heeft het terrein na de oplevering van de vakantiewoningen nog blank gestaan?
“Ja, in 2010 werd Vlaanderen geconfronteerd met zware overstromingen. Ook dit terrein kwam volledig onder water te staan. We zijn toen erg geschrokken omdat het overstromingsniveau tot 15m67 TAW is gekomen, een stuk hoger dan het tot dan toe hoogst gekende overstromingspeil waarmee wij hadden gerekend. Het water kwam tot net onder de vloerconstructie. Men is er met een bootje naartoe gevaren en dat leverde een paar mooie foto’s op.”
“Momenteel is de provincie bezig met een project dat voorziet om de vijf houten chalets te slopen en te vervangen door vijf waterrobuuste nieuwbouwbungalows. Men voorziet hetzelfde ontwerp te nemen, maar een aantal aanpassingen door te voeren, onder andere met betrekking tot de hoogte van de vloerpeilen. Daarnaast zal men de vergunning niet meer louter op basis van een beschrijvende nota kunnen bekomen. In 2006 stond men nog niet zover met de regelgeving rond de Watertoets, maar na de overstromingen van 2010 is dit alles in een stroomversnelling gekomen. Welke weg ze met het nieuwe dossier verder zullen bewandelen weet ik niet, maar zeker is dat ons project een voorbeeldfunctie heeft gehad en dat de ‘lessons learned’ meegenomen zullen worden.”